In het huidige arbeidsrecht is bepaald dat de kantonrechter de arbeidsovereenkomst kan ontbinden als daar een redelijke grond voor is en herplaatsing van de werknemer binnen een redelijke termijn niet mogelijk is of niet in de rede ligt. Redelijke gronden zijn (a) vervallen van arbeidsplaatsen; (b) ziekte of gebreken van de werknemer waardoor hij niet meer kan werken; (c) de werknemer kan geregeld niet werken als gevolg van ziekte of gebreken; (d) ongeschiktheid van de werknemer om het werk te verrichten (anders dan ten gevolge van ziekte of gebreken); (e) verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer; (f) weigeren door de werknemer om te werken wegens een gewetensbezwaar; (g) een verstoorde arbeidsverhouding; (h) andere omstandigheden die zodanig zijn dat van de werkgever in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren.
Die laatste mogelijkheid (de ‘h-grond’) is een niet duidelijk omschreven en afgebakende situatie. Alles kan daaronder vallen, zolang het maar niet onder een van de andere specifieke gronden (a t/m g) valt.
Bij de totstandkoming van de wet zijn onder andere als voorbeelden gegeven: de detentie van de werknemer en de werknemer zonder geldige verblijfsvergunning.
In de rechtspraak passeren inmiddels ook andere situaties die volgens de rechter onder de h-grond vallen.
Zo was er bij kantonrechter Rotterdam ( uitspraak 9 januari 2017 ) sprake van een werknemer die bij twee verschillende werkgevers dienstbetrekkingen had. Werkgever Pameijer constateerde dat door een wijziging van de dienstbetrekking de inzet van de werknemer bemoeilijkt werd. Aangezien Pameijer de werknemer wilde inroosteren met inachtneming van de arbeidstijdenwet, en daardoor volledige inzet niet mogelijk was, ontstond een probleem. Aangezien werknemer en werkgever geen oplossing konden vinden, vond Pameijer dat er een einde moest komen aan het dienstverband.
De kantonrechter was het met Pameijer eens dat de schending van de arbeidstijdenwet niet kon voortgaan en dat het onder deze omstandigheden niet van Pameijer gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. De kantonrechter heeft vervolgens de ontbinding van de arbeidsovereenkomst uitgesproken gebaseerd op de h-grond.
Mocht u vragen hebben over deze, of een andere, reden voor beëindiging van de arbeidsovereenkomst, dan kunt u daarvoor Julien Luscuere of Erwin Dingenouts benaderen.